Binnen de inkomsten- en loonbelasting vinden per 2021 wijzigingen plaats op het gebied van tarieven, heffingskortingen en aftrekposten.
Het betreft wijzigingen op het gebied van onder meer tarieven box 3, de algemene heffingskorting en de arbeidskorting, basistarief inkomstenbelasting, scholing voor ex-werknemers, zelfstandigenaftrek, vrije ruimte en Baangerelateerde Investeringskorting (BIK).
Het gaat om de volgende wijzigingen:
1 Tarieven box 3 (belastbaar inkomen uit spaar- en belegd vermogen)
Het heffingvrije vermogen wordt per 1 januari 2021 verhoogd van € 30.846 naar € 50.000 (en € 100.000 voor fiscaal partners). De schijfgrenzen worden aangepast en het forfaitaire rendement wordt bijgewerkt aan de hand van de recente gemiddeld behaalde rendementen op sparen en
beleggen.
Het rendement over sparen daalt van 0,07 procent naar 0,03 procent en het rendement over beleggingen stijgt van 5,28 procent naar 5,69 procent. Daarnaast stijgt het belastingtarief op het inkomen uit sparen en beleggen van 30 procent naar 31 procent.
De uitkomsten voor het rendement in de vermogensschijven zijn weergegeven in de tabel. Het hogere heffingvrije vermogen heeft geen gevolgen voor vermogenstoetsen van inkomensafhankelijke regelingen zoals toeslagen.
Schijf Box 3-vermogen (€) op peildatum (1 jan) RI (0,03%) RII (5,69%) Effectief forfaitair rendement
1 0-50.000 67% 33% 1,90%
2 50.000-950.000 21% 79% 4,50%
3 950.000-… 0 100% 5,69%
Tabel 1. Wijzigingen box 3
Heffingskortingen
Hierna volgt een toelichting van de belangrijkste veranderingen in de heffingskortingen ten opzichte van 2020.
Het gaat om de volgende heffingskortingen:
- algemene heffingskorting;
- arbeidskorting;
- ouderenkorting;
- inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).